Zeug of Beer: geslachtskenmerken
Voor alle duidelijkheid (zeker voor wie het eerst met cavia’s in contact komt): een vrouwtje noemt men een “zeug” en een mannetje een “beer”. Bij de geslachtskenmerken maken we een onderscheid tussen ‘primaire’ en secundaire geslachtskenmerken’. Bij de primaire geslachtskenmerken gaat het om de geslachtsdelen, de vulva bij de zeug en de penis en teelballen bij de beer.
Op de foto’s kan je zien dat de penis bij de beer normaal (in rust) ingetrokken binnen de voorhuid zit (een heel geleerd woord voor voorhuid is ‘preputium’). Bovendien heeft de beer geen duidelijk waarneembare balzak of scrotum. Je kan de penis bij de beer wel naar buiten duwen en je kan de teelballen wel voelen. Bij een volwassen (en zeker bij een overjaarse) beer zijn de teelballen onderhuids wel voelbaar en vaak ook goed zichtbaar. OOk is de afstand van de geslachtsopening tot de anus bij een beer groter dan bij een zeug.
De secundaire geslachtskenmerken of de anatomisch merkbare verschillen tussen beren en zeugen zijn minimaal. Een opmerkelijk verschil zit hem wel in de kop. Deze is doorgaans bij de zeug forser dan bij de beer. Ook is de kop iets korter en het neusbeen nog iets meer gebogen, wat het forse van de kop nog meer accentueert. De beharing van de beer is meestal iets ruwer dan deze bij een zeug (bij de overjaarse exemplaren) en de stuitklier produceert meer smeer bij de beer. Wassen met een vetoplossend product (vb. gewone afwas Dreft) is dus ook zeker aangewezen, wil men geen opmerkingen bij beharing of conditie zien verschijnen.