Gladharen
Bij Gladharen is de beharing kort, zacht en glanzend. Deze beharing is samengesteld uit fijne en zachte dekharen, waardoor een glad aanliggende beharing ontstaat. Er worden wat langere en iets grovere grannenharen toegestaan, maar teveel is teveel. Vaak zien we Gladharen die duidelijk teveel grannen vertonen. Op de keurkaart staat dan iets als ‘dringend grannen’ of ‘vertoont veel grannen’. Je verwijdert deze overtollige grannenharen door duim en wijsvinger wat vochtig te maken en bewegingen over de dekharen te maken, net alsof je geld aan het tellen bent. Deze wrijvende beweging verwijdert de haren, maar je moet wel opletten om niet steeds op dezelfde plaats te grannen. Anders ontstaan er kale vlekjes in het dek en dat ziet een keurmeester als evenmin graag.
In het dek mogen geen haarwervels (“warrels”) voorkomen, vlaggen of kammen. Warrels zijn draaiingen, als het ware bijna kruintjes, waardoor de dekharen niet glad aanliggen. Vlaggen zijn dan weer golven die in de beharing zitten, waardoor iets ontstaat als een vlag die wappert in de wind. Kammen zijn opstaande haren (net zoals je bij Borstels of Ridgebacks ziet), waardoor de dekharen weeral niet glad aanliggen. De inplanting van de beharing is achterwaarts gericht en verloopt evenwijdig met de weervelkolom, zonder golvingen.
Op sommige keurkaarten lezen we opmerkingen als ‘beharing niet langer’, ‘beharing aan de lange kant’, ‘lange beharing’, enz. De gewenste lengte bij een Gladhaar is 2,5 cm. Een mooie korte beharing, vooral op de achterhand, siert een Gladhaar en laat de mooi afgeronde achterhand nog mooier ‘uitkomen’.